dinsdag 9 juli 2013

Vlinders in de Krimpenerwaard



Opmerkelijk is het, dat als ik op mijn stekkie in Overijssel kom, dat je daar toch andere soorten ( en ook dezelfde natuurlijk) tegenkomt als bij ons in de Krimpenerwaard. Het Koevinkje , Oranje zandoogje en Zwartsprietdikkopje, kom je niet gauw tegen in de Krimpenerwaard. Maar er zijn vele andere soorten te bewonderen. Vaak veel meer soorten dan men verwacht.  Een van de eerste vliegers zijn de mooie Oranjetipjes. Mijnheer Oranjetip heeft feloranje vleugelpunten, het vrouwtje is wit, bij beiden is de onderzijde van de achtervleugels grijs/groen gevlekt. In tegenstelling tot andere vlinders vliegt het Oranjetipje maar èèn keer, in april , mei en juni. Het vrouwje legt haar eitjes graag op de Pinsterbloem, Raapzaad (in de Krimpenerwaard ruimschoots aanwezig) en Bittere Veldkers. De pop overwintert. Al met al een druk vlindertje, dat ik  onrustig over ons Koolzaad zie fladderen in het voorjaar, als je er een foto van wilt maken kost dat meestal enige moeite. Onderstaande foto maakte ik in Diffelen/Hardenberg in Overijssel.



Veel minder dan  het bovenstaande Oranjetipje kom je de Citroenvlinder tegen, maar elk jaar zie ik ze wel op diverse locaties,  en dan wel de hele zomer door, vooral het opvallende mooie mannetje dat opvalt door zijn felgele kleur,. een middelgrote vlinder. Deze vlinder is een regelmatige bezoeker van mijn Vlinderstruik.  De Citroenvlinder wordt het oudste van alle vlinders, wel zo'n 12 maanden. er wordt ook overwintert en soms bij een mooie dag zijn ze in februari al te zien. Het vrouwtje dat  lichtgroen/wit is,  legt haar eitjes, in maart en april, het liefst op Sporkehout en Wegendoorn. De rups van deze vlinder is groen met aan de zijkanten een vage witte zijstreep, en te vinden op de bladeren van de waardplanten. Deze foto's maakte ik in het EZH- bos in de Krimpenerwaard.



Verreweg het meest zie ik de Kleine Vos, een prachtige vlinder, die meerdere keren per seizoen zich laat zien. De eerste zie je soms al eind februari begin maart bij een mooie dag, dat zijn de overwinteraars, bijna iedereen heeft er wel èèn in zijn schuur. Ze hangen met gesloten vleugels, de hele winter op beschutte plaatsen,  stil te wachten op dat mooie weer. Ze nemen genoegen met veel plantensoorten zoals Klein Hoefblad en Speenkruid. Het vrouwtje legt volgens de boeken 50 tot 200 eitjes aan de onderkant, op de bladeren van de Grote Brandnetel.  Zon beschenen brandnetels  hebben de voorkeur. In mei, juni,  juli en augustus zie je de rupsen, vaak in grote hoeveelheden op de brandnetels. Vogels eten deze rupsen niet , misschien door hun mooie gele uiterlijk, en de prikkende brandnetels,  de poppen zijn wel een voedselbron voor vogels. Begin juni,  vliegt de tweede generatie, dit jaar toch door de late vorst wel wat later. En dat zijn de Kleine Vossen, die weer de schuurtjes opzoeken.  Deze vlinder heeft nog een grote broer , de Grote vos, graag zou ik die eens tegenkomen, maar is een zeldzame vlinder in Nederland. De foto van de vlinder maakte ik deze week op de Lage Weg in Ouderkerk a/d IJssel, daar vloog de tweede generatie druk rond, wel zo'n 30 stuks op de Kale Jonkers. De rupsen heb ik eind mei bij het Stormpoldervloedbos gefotografeerd.






Dan heb je nog een kleintje, die veel te zien is in de Krimpenerwaard, het Icarusblauwtje, een klein vlindertje  dat veel te vinden is op klaver, in de Krimpenerwaard zie ik ze veel op Witte klaver en Rolklaver. Langs grasranden op dijken, waar bovenstaande planten groeien zie je ze altijd. Zo ook deze, op de foto bij de Lage Weg in de Krimpenerwaard, een maandje geleden gemaakt. Ondanks dat de blauwtjes teruglopen heeft het Icarusblauwtje de goede eigenschap dat ze in staat zijn, om ook op sterk veranderde landschappen te overleven, en zich voort te planten. Er vliegen meestal twee generaties, maar soms wel drie. De eitjes worden afgezet op de waardplanten, en de rups voedt zich met de bloemen en de bladeren, de rups verpopt zich daarna, in de grond. De rups overwintert in het derde rupsstadium. Het zijn over het algemeen dankbare fotomodellen.




En met een beetje fotoshoppen kan hij er zo uitzien.

Het Bonte Zandoogje kom je ook veel tegen, vooral in tuinen, komt hij vaak voor. Een bruine vlinder met  op de voorvleugel 1 vlek (oogje) en op de achtervleugel 3 vlekken. Komt voor langs bosranden, maar ook veelal in de  tuin te zien in de Krimpenerwaard. De mannetjes hebben een sterk territoriaal gedrag, zitten op de uitkijk en houden luchtgevechten met  voorbijvliegende soortgenoten en niet alleen soortgenoten , ik zie meestal dat zie dat ze helemaal geen vlinder in de buurt willen. Deze vlinders zijn zelden op bloemen te vinden, zij voeden zich met sappen van bomen en vallend fruit. Het vrouwtje zet haar eitjes af op een grasblad, de verpopping vindt meestal dicht bij de bodem plaats.  De poppen overwinteren, soms ook wel de rupsen. Zelf zag ik voor het eerst het Bruine Zandoogje in Hardenberg, zo'n jaar of 10 geleden, en daarmee begon mijn interesse ook voor vlinders te  ontstaan. De foto maakte ik in Hardenberg, ik probeer recente foto's bij dit artikel te plaatsen .