vrijdag 20 december 2013

Gaai

Brutale Gaai. 's Zomers is hij niet te zien in mijn tuin, maar als het kouder  wordt verschijnt hij . Het lijkt wel of hij snapt dat ik  binnen ben ,zo dicht bij komt hij. Dit is een testje. Met mijn iPod . Lukt namelijk niet met de foto's.      






dinsdag 26 november 2013

Paddenstoelen in het Loetbos in de Krimpenerwaard

Het Loetbos in de Krimpenerwaard is vooral in de herfst, een paddenstoelenrijk gebied. Een rondje Loetbos levert al gauw vijftig soorten op. In deze tijd laat de Rode kelkzwam (als hij microscopisch onderzocht)  ook de Krulhaarkelkzwam , zich veelvoudig zien. Prachtig, tussen bladeren en natte prut op een oud takje, deze prachtige zwammen aan te treffen. Ik vind ze bijna altijd in de buurt van Elzen.
                                                                  
                                                   Rode Kelkzwammen in de Krimpenerwaard



Rode Kelkzwammen, de bovenste van deze is microscopisch onderzocht en een Krulhaarkelkzwam.

                                                  Grote bloedsteelmycena     (mycena haematopus)
             




De Grote Bloedsteelmycena kom je zeer regelmatig tegen in het Loetbos, maar ook elders in de Krimpenerwaard te vinden. Staat  op  kale dode stammen van vooral de  Eik en Beuk (zelden op Naaldhout). Mooie purperen klokvormige hoed met een gekarteld randje, steel zelfde kleur als hoed. Om er zeker van te zijn, of het de Grote bloedsteelmycena betreft, even een steeltje doorbreken  en  dan  moet er donkerrood sap uit komen. De foto's zijn gemaakt in het Loetbos.


                                                              Klein grut
                                                   
                                                             Mosklokjes    ( Galerina)

Meerdere soorten Mosklokjes kom je tegen, deze zijn moeilijk te determineren, maar met een loep kom je al wat verder , sommige moeten onder de microscoop. Deze soort is voor beginners een moeilijke soort.  Eentje die je op naam kan krijgen, is het Kraagmosklokje, door de ring op het steeltje kan je hem herkennen, evenals het bundelmosklokje.  In het Loetbos kom je diverse soorten tegen, het zijn maar kleintjes tussen de 0,5 en 2 cm. Zoals de naam al zegt op mos en dood hout,  en op de bodem. Ze zijn oranje/bruinig, steeltje zelfde kleur als de hoed , de geur is soms medebepalend voor de soort
                                                              Kraagmosklokje



Barnsteenmosklokje (galerina atkinsoniana) (onzeker)



Oranjegeel trechtertje  (Rickenella fibula)



Paddestoeltje onbekend.
                                                                                                                                                                           Dat is altijd jammer als  je een leuk plaatje hebt geschoten, misgeschoten dus.


Pijpknotszwam  (Macrotyphula fistulosa)


Pijknotszwammen vaak begraven tussen takken van loofbomen, vooral de Berk en Els.

Geweizwam   (Xylaria hypoxylon)
 


Kleine zwammetjes op dood hout . Algemeen zwammetje op dood hout van loofbomen.
 
 
Kroontjesknotszwam   (Artomyces pyxidatus)
 
 

De zeldzame Kroontjesknotszwam kwam ik voor het eerst tegen in 2012 en dit jaar ook was hij er ook weer.

 
 
                                                               Kleine Stinkzwam       (Mutinus Caninus)


De klein stinkzwam  en de veel vaker voorkomende Grote stinkzwam en ook de zeldzamere Roze stinkzwam, worden allemaal aangetroffen in het Loetbos.

vrijdag 13 september 2013

Zomaar een tuintje in de Krimpenerwaard, nouja zomaar??

Weidehommel op Zonnehoed.
Verbazingwekkend wat er toch allemaal onze tuinen bezoekt, als je er op let. En ook gewoon in een nieuwbouwwijk in de Krimpenerwaard, waar ik woon, was dat het geval.  Je moet er wel oog voor hebben dat is waar, want bij een  buurman van mij, was er ook van alles te zien, maar die ziet alleen een vlinder en lastige beestjes die steken. En zei tegen mij " wat heb je een hoop ongedierte met dat mooie weer." Dit jaar kon ik meer vlinders bekijken als vorige jaren, door het koude voorjaar, doordat de Vlinderstruik besloot , ook wat later tot bloei te komen. Nu was ik tenminste terug van vakantie.

Lavendel bloeit vroeg hier de eerste bezoekers, vleesvlieg (spec.)
Kleine vos



Het best vertegenwoordigt, was dit jaar was wel de Kleine vos, soms wel veertig stuks tegelijk op de Vlinderstruiken en ook op de Zonnehoed voelden ze zich thuis. Maar op het enige  Icarusblauwtje had ik niet  gerekend, is niet zo'n tuinbezoeker, tot nu toe.


 
Icarusblauwtje, vergezeld door een Blinde Bij (Eristalis tenax)
De dagpauwoog was het meest geteld als tuinvlinder tijdens de landelijke vlindertelling, van de Vlinderstichting, ook bij mij kwamen ze regelmatig langs.

 
De Atalanta had zich in eerste instantie niet zo veel laten zien in de Krimpenerwaard, maar in augustus weer volop op  de Vlinderstruik.

 
Ook een paar Distelvlinders, zelf vind ik dit een van de mooiste vlinders 
 
 
 
 
 
 
Naast bovenstaande vlinders ook nog een Boomblauwtje en ook een Argusvlinders ( verwacht je niet, voelt zich meer thuis op grasland met veel onkruid ). En plotseling een Luzernevlinder op de Vlinderstruik, dat was wel een flitsbezoek en de foto was niet best, dus dan maar een foto van de Luzernevlinder op de Lage weg. Dit jaar een invasie van deze soort. Iedereen die geïnteresseerd is in vlinders kon ermee kennismaken.
 
 
 
 

De Witjes en het Bont zandoogje vliegen nog steeds en  ook zij hebben  mijn tuin bezocht evenals de Gehakkelde Aurelia .


Maar ook Libellen kwamen een bezoekje brengen, zoals de Steenrode heidelibel, de Gewone Oeverlibel, de Houtpantserjuffer het Lantaarntje en  de Paardenbijter, die ik wel elk jaar zie, maar nu ook voor de eerste keer de Grote Keizerlibel rustend op de Hedera, een Winterjuffer en de zeldzame Zuidelijke heidelibel, (hoog in de Sering)  de eerste waarneming uit de Krimpenerwaard. Dus inderdaad niet zomaar een tuintje.

Grote Keizerlibel
 
 
 
 
 
Grote Keizerlibel
Paardenbijter
 
 
 
 
 

 
 
 
 
Houtpantserjuffer
 
 
 

Winterjuffer


dinsdag 9 juli 2013

Vlinders in de Krimpenerwaard



Opmerkelijk is het, dat als ik op mijn stekkie in Overijssel kom, dat je daar toch andere soorten ( en ook dezelfde natuurlijk) tegenkomt als bij ons in de Krimpenerwaard. Het Koevinkje , Oranje zandoogje en Zwartsprietdikkopje, kom je niet gauw tegen in de Krimpenerwaard. Maar er zijn vele andere soorten te bewonderen. Vaak veel meer soorten dan men verwacht.  Een van de eerste vliegers zijn de mooie Oranjetipjes. Mijnheer Oranjetip heeft feloranje vleugelpunten, het vrouwtje is wit, bij beiden is de onderzijde van de achtervleugels grijs/groen gevlekt. In tegenstelling tot andere vlinders vliegt het Oranjetipje maar èèn keer, in april , mei en juni. Het vrouwje legt haar eitjes graag op de Pinsterbloem, Raapzaad (in de Krimpenerwaard ruimschoots aanwezig) en Bittere Veldkers. De pop overwintert. Al met al een druk vlindertje, dat ik  onrustig over ons Koolzaad zie fladderen in het voorjaar, als je er een foto van wilt maken kost dat meestal enige moeite. Onderstaande foto maakte ik in Diffelen/Hardenberg in Overijssel.



Veel minder dan  het bovenstaande Oranjetipje kom je de Citroenvlinder tegen, maar elk jaar zie ik ze wel op diverse locaties,  en dan wel de hele zomer door, vooral het opvallende mooie mannetje dat opvalt door zijn felgele kleur,. een middelgrote vlinder. Deze vlinder is een regelmatige bezoeker van mijn Vlinderstruik.  De Citroenvlinder wordt het oudste van alle vlinders, wel zo'n 12 maanden. er wordt ook overwintert en soms bij een mooie dag zijn ze in februari al te zien. Het vrouwtje dat  lichtgroen/wit is,  legt haar eitjes, in maart en april, het liefst op Sporkehout en Wegendoorn. De rups van deze vlinder is groen met aan de zijkanten een vage witte zijstreep, en te vinden op de bladeren van de waardplanten. Deze foto's maakte ik in het EZH- bos in de Krimpenerwaard.



Verreweg het meest zie ik de Kleine Vos, een prachtige vlinder, die meerdere keren per seizoen zich laat zien. De eerste zie je soms al eind februari begin maart bij een mooie dag, dat zijn de overwinteraars, bijna iedereen heeft er wel èèn in zijn schuur. Ze hangen met gesloten vleugels, de hele winter op beschutte plaatsen,  stil te wachten op dat mooie weer. Ze nemen genoegen met veel plantensoorten zoals Klein Hoefblad en Speenkruid. Het vrouwtje legt volgens de boeken 50 tot 200 eitjes aan de onderkant, op de bladeren van de Grote Brandnetel.  Zon beschenen brandnetels  hebben de voorkeur. In mei, juni,  juli en augustus zie je de rupsen, vaak in grote hoeveelheden op de brandnetels. Vogels eten deze rupsen niet , misschien door hun mooie gele uiterlijk, en de prikkende brandnetels,  de poppen zijn wel een voedselbron voor vogels. Begin juni,  vliegt de tweede generatie, dit jaar toch door de late vorst wel wat later. En dat zijn de Kleine Vossen, die weer de schuurtjes opzoeken.  Deze vlinder heeft nog een grote broer , de Grote vos, graag zou ik die eens tegenkomen, maar is een zeldzame vlinder in Nederland. De foto van de vlinder maakte ik deze week op de Lage Weg in Ouderkerk a/d IJssel, daar vloog de tweede generatie druk rond, wel zo'n 30 stuks op de Kale Jonkers. De rupsen heb ik eind mei bij het Stormpoldervloedbos gefotografeerd.






Dan heb je nog een kleintje, die veel te zien is in de Krimpenerwaard, het Icarusblauwtje, een klein vlindertje  dat veel te vinden is op klaver, in de Krimpenerwaard zie ik ze veel op Witte klaver en Rolklaver. Langs grasranden op dijken, waar bovenstaande planten groeien zie je ze altijd. Zo ook deze, op de foto bij de Lage Weg in de Krimpenerwaard, een maandje geleden gemaakt. Ondanks dat de blauwtjes teruglopen heeft het Icarusblauwtje de goede eigenschap dat ze in staat zijn, om ook op sterk veranderde landschappen te overleven, en zich voort te planten. Er vliegen meestal twee generaties, maar soms wel drie. De eitjes worden afgezet op de waardplanten, en de rups voedt zich met de bloemen en de bladeren, de rups verpopt zich daarna, in de grond. De rups overwintert in het derde rupsstadium. Het zijn over het algemeen dankbare fotomodellen.




En met een beetje fotoshoppen kan hij er zo uitzien.

Het Bonte Zandoogje kom je ook veel tegen, vooral in tuinen, komt hij vaak voor. Een bruine vlinder met  op de voorvleugel 1 vlek (oogje) en op de achtervleugel 3 vlekken. Komt voor langs bosranden, maar ook veelal in de  tuin te zien in de Krimpenerwaard. De mannetjes hebben een sterk territoriaal gedrag, zitten op de uitkijk en houden luchtgevechten met  voorbijvliegende soortgenoten en niet alleen soortgenoten , ik zie meestal dat zie dat ze helemaal geen vlinder in de buurt willen. Deze vlinders zijn zelden op bloemen te vinden, zij voeden zich met sappen van bomen en vallend fruit. Het vrouwtje zet haar eitjes af op een grasblad, de verpopping vindt meestal dicht bij de bodem plaats.  De poppen overwinteren, soms ook wel de rupsen. Zelf zag ik voor het eerst het Bruine Zandoogje in Hardenberg, zo'n jaar of 10 geleden, en daarmee begon mijn interesse ook voor vlinders te  ontstaan. De foto maakte ik in Hardenberg, ik probeer recente foto's bij dit artikel te plaatsen .

maandag 13 mei 2013

Vermiljoenhoutzwam

Tijdens een wandeling in  boswachterij "Haarplas"   in het mooie Overijssel deze prachtige rode  Vermiljoenhoutzwam op een dode tak van een Berk,  hij komt vooral voor op takken van berk, beuk of lijsterbes, meestal  op zonnige geexponeerde plaatsen, zoals deze op een kapvlakte stond, prachtig  zo'n felrood/oranje houtzwam. Uit verwante tropische soorten  worden verfstoffen bereid. Erg groot zijn ze niet 3 tot 10 cm . Dit exemplaar ongeveer 4 cm. Op deze foto de onderkant, zo kan je goed de rode poriën  zien. De soort is matig algemeen,  hier in de Krimpenerwaard ben ik hem nog nooit tegengekomen.

Noordse witsnuitlibel

Mei, maar weer eens kijken wat er in het Vechtdal te zien is , door de late vorst, is alles iets later, dat is zeker te merken aan de libellen, bij de Haarplas waar anders er al veel te zien zijn, nu veel net uitgeslopen  juffers, allemaal nog niet op kleur, op de Vuurjuffer  na, die was er wel mooi te zien.  En dan toch een mooie Noordse witsnuitlibel, een mannetje. Toch nog een foto kunnen maken.                                              

zondag 17 maart 2013

Stormpoldervloedbos

Stormpoldervloedbos  bij opkomend water

Aan de Nieuwe Maas in Krimpen aan den IJssel, ligt het Stormpoldervloedbos, Een mooi stukje natuur,  gelegen nabij een industriegebied. Het vloedbos ontstond door vorming van slib, en al snel groeide er Wilgen en Riet, na de Tweede Wereldoorlog ontstond er een Wilgenvloedbos. Het Vloedbos wordt onderhouden door het Zuid-Hollands Landschap. In de loop van de jaren zijn er veel vogels gezien. In de rietkragen, in de zomer, hoor je de Kleine Karekiet , de Rietgors en de Bosrietzangers. Het hele jaar de Groene specht en de Grote Bonte specht, Koolmezen, Matkopmezen, Staartmezen, Pimpelmezen, Vinken, Putters, Groenlingen, Kraaien, de Sperwer, de Buizerd, de laatste jaren ook Boomklevers,  Roerdomp, Waterral, Waterhoen, Fuut,  Blauwe Reigers,  en ook de prachtige IJsvogel. 's Zomers de Tjiftjaf en de Fitis.   's Winters Goudhaan, boomkruiper, de Grote Zaagbek, Nonnetje, Dodaars, Smient en Brilduiker.  Bijzondere plantensoorten zijn er te bewonderen zoals de Spindotter en in het voorjaar het Zomerklokje. Uiteraard veel andere soorten ook.



In het voorjaar volop genieten van, en een beetje fotoshoppen  met , de wilgenkatjes

Begin januari liet de Roerdomp zich regelmatig zien, doordat ze wat onvoorzichtiger werden, door het nijpende voedseltekort, ondanks, dat het water elke dag gewoon door het bos heen stroomde. Ook de Waterral dribbelde regelmatig langs de kanten , druk bezig om zijn maaltje bij elkaar te zoeken. Deze winter is  ook het Bokje waargenomen.  Een aantal winters geleden was er ook een Kwak te bezichtigen.



De Roerdomp bleef stil zitten met zijn kop omhoog om zo min mogelijk op te vallen, en als je langsliep, zag hem ook niet. Wij wisten dat hij er zat. Prachtige vogel.
                                                                      

Op diezelfde koude dag besloot ook de IJsvogel voor onze neus te gaan vissen.  Foto's maken was niet  mogelijk door een iets te enthousiaste jonge fotograaf/vogelspotter. Hij rende enthousiast achter de IJsvogel aan welke uiteraard steeds een andere plek  uitkoos.  Maar toch wel bleeft duiken, waarschijnlijk ook door te weinig visjes.  Maar toch nog gauw een plaatje en snel wegwezen, naar een rustiger plekje om  te genieten , van andere mooie natuur in het  Stormpoldervloedbos.


donderdag 7 maart 2013

Koereiger (2e bericht)

In het najaar laat de Koereiger zich altijd wel een keertje zien. Zo ook, afgelopen najaar, verscheen hij plotseling bij ons in de Krimpenerwaard om even plotseling weer te verdwijnen. Dus als je hem wilde zien, kon je daar niet te lang mee wachten. Ik was er op een middag op uit gegaan om hem op de door "anderen aangegeven" plek te spotten. Ik zag hem die middag niet. Het is dan ook maar een klein reigertje, en tussen, in dit geval, een  kudde schapen, is hij niet altijd direct te zien, en er is zoveel te zien in de natuur dat ik altijd gauw ben afgeleid.  Een betere verrekijker zou ook handig zijn. Goed, de volgende zaterdag weer een poging, het miezerde, dus voor mij geen gunstig weer, om mooie plaatjes te schieten. Maar wel geluk deze keer, ik zag de Koereiger, dapper achter de schapen aan dribbelen. Hij probeerde zo dicht mogelijk bij de poten van de schapen te blijven, om de insecten welke bij het grazen omhoog komen, op te pikken. De koereiger broedt sinds 1968, in Frankrijk en er zijn in Nederland broedgevallen bekend  sinds 1973. Ondanks het weer toch wat plaatjes geschoten en hij was zo vriendelijk dichtbij te komen om toch nog een duidelijke foto te maken. Foto hierboven vond ik zelf leuk, door het vele vocht in de lucht, een wazige foto. Leek wel een beetje op een oud schilderijtje